Inhaalronde Kampioensgroep
Dirk van Setten - Bas West ½ - ½
In de kampioensgroep speelden Dirk van Setten en Bas West hun inhaalpartij uit de 3de ronde. Omdat West bekend staat om zijn kennis van de drakenvariant van het Siciliaans startte Van Setten de partij niet met 1. e4, maar met het vreemd ogende 1. b3. De officiële naam is de Nimzowitsch-Larsen opening. Er blijken verschillende varianten van te bestaan; de klassieke en de moderne. Het doel van deze opening is om met de loper op b2 toenemende druk te krijgen op g7. Verwoede aanhangers van deze opening spelen in het algemeen erg positioneel en geduldig; ze nemen de tijd voor het opstellen van hun stukken en zorgen ervoor dat dit past bij het aanvalsdoel. De partij eindigde na 25 zetten in remise, zonder dat veld g7 echt onder vuur kwam te liggen. De vraag is dan ook gerechtvaardigd of wit de strategie niet goed genoeg heeft toegepast, of heeft zwart zich gewoon goed verdedigd? Volgens grote broer Stockfish werd bij geen enkele zet een marge van 1 punt voor-/nadeel overschreden. Gewoon goed geschaakt dus door beide mannen.
Eindstand Kampioensgroep
Nr. | Naam | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | Totaal | Plaats |
1 | S. Westra | 0 | 1 | 1 | ½ | 1 | 3½ | 1 | |
2 | O. Wolters | 1 | 1 | 1 | ½ | 0 | 3½ | 2 | |
3 | B. West |
0 | 0 | 1 | ½ | 1 | 2½ | 3 | |
4 | R. van den Burg |
0 | 0 | 0 | ½ | 1 | 1½ | 6 | |
5 | D. van Setten |
½ | ½ | ½ | ½ | 0 | 2 | 4 | |
6 | G. de Hoop |
0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 2 | 5 |
Sape Westra clubkampioen 2022
Voordat de 5de ronde in de kampioensgroep werd gespeeld was al duidelijk dat Sape Westra clubkampioen was geworden. Zelfs als zijn naaste belager Onno Wolters van hem zou winnen. Ze eindigden dan gelijk, waardoor de eindstand in de voorrondes, waarin Westra de eerste plaats bezette, de beslissing zou geven.
Wolters zette met de witte stukken de partij behoudend op, Westra reageerde afwachtend. De witspeler schakelde goed bij toen hij zag dat zwart een aanval begon die teveel tijd nodig had. Wolters plaatste zijn stukken op de goede posities en kreeg voordeel. Toen de zwarte aanval stokte bleek dit voordeel beslissend te zijn en won wit de partij.
Bas West en Gerard de Hoop speelden beide op aanval. West won een pion, De Hoop probeerde met sterk stukkenspel aan te tonen dat hij voldoende compensatie had. West neutraliseerde echter de zwarte dreigingen, waarna de partij nog een spannend slot kreeg toen West zijn dame ruilde tegen 2 torens. Hij had echter goed gezien dat dit zou leidden tot beslissend voordeel.
De partij van Ralf van den Burg en Dirk van Setten eindigde na 20 zetten in remise, maar vloog alle kanten op. Het voordeel schoof van de ene speler naar de andere. Eerst leek Van den Burg te gaan winnen, toe hij niet de sterkste zetten deed kwam zwart plotseling in het voordeel. Geen van beide spelers maakte goed gebruik van de kansen, waardoor remise wellicht de meest terechte uitslag was.
De kampioensgroep kent nog 1 inhaalpartij. Duidelijk is echter al dat Westra en Wolters als nummer 1 en 2 zijn geëindigd.
Onno Wolters - Sape Westra 1 – 0
In een wedstrijd ontdaan van spanning, zwart was al kampioen, koos wit voor een rustige opzet met een koningsfianchetto. Het zwarte antwoord was degelijk, doch ietwat passief. Ook wachtte hij lang met rokeren, wat wit de kans gaf het centrum te veroveren. Er was nog geen man overboord voor zwart, maar hij begon zich steeds dichter bij de reling te bewegen toen hij met 13. ..., g7-g5 (zie diagram) een koningsaanval probeerde te lanceren. Wanneer dit lukt speelt hij een briljante partij, maar als wit deze afslaat heeft zwart een probleem omdat de witte aanval op de damevleugel dan een kwestie van tijd is en de zwarte koning nergens meer écht veilig staat. Dit scenario werd uiteindelijk werkelijkheid. De zwarte aanval kwam nooit echt goed van de grond doordat de zwarte stukken en pionnen elkaar niet goed ondersteunden, waardoor zwart te veel tijd nodig had. Ondertussen kon wit verder bouwen aan een doorbraak op de damevleugel, welke door kleine tactische mogelijkheden sneller gevaarlijk werd. Zwart stond hierdoor stevig onder druk; na een blunder kon wit doorbreken en was het pleit relatief snel beslecht.
Bas West - Gerard de Hoop 1 – 0
De Hoop had tot nu toe een aantal vrij ongelukkige partijen in de kampioensgroep gespeeld en wilde dat in de laatste ronde recht zetten. In de opening verspeelde hij echter al een pion en moest meteen knokken om enigszins in het spoor van zijn tegenstander te blijven. Hij probeerde met inventief stukkenspel zijn geringe achterstand te compenseren en dit leek hem op wonderbaarlijke wijze nog te lukken ook. Totdat hij door een fout een tweede pion verloor. Na nog enkele zetten doorgespeeld te hebben legde De Hoop het moede hoofd in de schoot.
Ralf van den Burg - Dirk van Setten ½ - ½
De partij duurde slechts 20 zetten, maar wat voor zetten! Op zet 7 van wit is de volgende explosieve stelling ontstaan (zie diagram hiernaast). Wit heeft eerst met zijn paard een pion op e5 geslagen, zwart nam het stuk terug en wit antwoordde met d2-d4. Wat moet zwart nou doen? Hij speelde 7. …, Ld6 en kwam volgens Stockfish op 2,8 punt achterstand. Gewoon d7-d6 zou tot -0,8 punt hebben geleid. De 5 zetten die volgen doen de waardering van de stelling voortdurend schommelen. Zwart kiest de goede verdedigende zetten, terwijl wit hier en daar zijn voordeel laat wegglippen. Op de 12de zet ziet de stelling er als volgt uit (zie diagram hieronder). Zwart heeft zojuist Lxd6 gedaan en dreigt nu een dubbele aanval met Dh4. Wit besluit deze dreiging te neutraliseren met 13. b3 en verspeelt zijn voordeel; zwart staat nu op + 1,5! De beste zet voor wit was 13. Pe4 (! Na de gespeelde zet wordt het paard op c3 een prettig aanvalsobject voor zwart. In de partij volgt 13. …, Pf6 14. h3?? Zwart kan nu met De5 direct winnen vanwege de dreigingen mat op h2 en stukwinst op c3. Zwart is echter te opgelucht dat hij onder de witte druk uit is gekomen en rokeert kort. Na nog een paar zetten vinden beide spelers het welletjes en wordt remise overeengekomen.
4e ronde, 10 mei 2022
In de kampioensgroep werd een volledig programma gespeeld. Gerard de Hoop beantwoordde de opening van Dirk van Setten met een logische zet die een theoretisch nieuwtje bleek te zijn. Van Setten overspeelde zijn hand en zijn koningsstelling kwam zwaar onder druk te staan. Hij verdedigde zich aanvankelijk goed, maar de witte stukken bleken in de loop van de partij te veel invloed te krijgen. Na een foutieve zet kon Van Setten zijn koning alleen nog beschermen met zijn dame, waarna hij de partij opgaf.
Onno Wolters had zich goed voorbereid op zijn tegenstander Ralf van den Burg. Wolters speelde de opening erg scherp en kreeg al snel een voordelige stelling. Toen Van den Burg een paar mindere zetten deed, kreeg Wolters materieel voorsprong. In wederzijdse tijdnood was het vinden van de winst niet gemakkelijk, maar uiteindelijk ving het matnet van Wolters de zwarte koning.
Sape Westra kwam goed uit de opening tegen Bas West en bouwde een voordelige stelling op. West verdedigde zich echter uitstekend en wist met schijndreigingen lang stand te houden. Na een dubieuze afruil leek West zelfs een klein voordeel te krijgen. Toen hij hier geen gebruik van maakte wikkelde Westra af naar een gewonnen stelling en incasseerde dankbaar het volle punt.
Sape Westra - Bas West 1 – 0
Na een d4/d5 opening liet zwart te gemakkelijk toe dat de witte b en c pion naar voren werden geschoven. Hierdoor ontstond een stelling waarin wit alle initiatief naar zich toe kon trekken (zie diagram na 23. Tfc1). Zwart moest zich beperken tot verdedigen, maar deed dit met verve. De witte torens namen de c-lijn in bezit en wit kreeg een aantal keren de gelegenheid om de partij voortijdig te beslissen. De vage dreigingen die zwart in de stelling vlocht bleken in de analyse weinig waard, maar de spanning tijdens de partij weerhielden wit van toeslaan. Daardoor ontstond een stelling waarin zwart zelfs nog tegenkansen kreeg. Gebruik makend van de zwarte tijdnood offerde wit een kwaliteit, maar gaf daarmee wel een groot deel van zijn initiatief weg. In de 2de diagramstelling kon zwart met 35. …, De6 zijn voordeel vasthouden en in ieder geval remise bereiken. Hij speelde echter 35. …, Txd4 waarna 36. Te2 de partij besliste. Het vervolg was 36. …, Dg5 37. Txe8+, Kf7 38. Te7+, Kg6 39. Dc2+, Kh6 40. Pe2, Td2 (zwart denkt in tijdnood een laatste strohalm te hebben gevonden, maar komt bedrogen uit) 41. Dxd2, Dxd2 42. Lf4+ en zwart gaf op. Door deze winst kwam Sape Westra op 3,5 punten en is niet meer in te halen. Onno Wolters heeft na deze ronde 2,5 punten en kan door winst op Sape in de laatste ronde nog 1 punt halen. Daarmee zou hij ook op 3,5 punten komen, maar doordat Sape als 1ste eindigde in de voorrondes is hij verzekerd van de 1ste plaats in de kampioensgroep.
Onno Wolters - Ralf van den Burg 1 – 0
Het thema van vandaag was "de beuk erin!" aangezien ik moest winnen om nog enigszins kans te maken op de eerste plek. En zo geschiedde. In deze Pirc maakte ik de bewuste keuze niet te snel te rokeren, zodat Ralf geen doel heeft voor zijn aanval. Hij kon moeilijk kort rokeren aangezien hij dan mijn stukken tegenkomt, maar ook in het centrum (en al helemaal op de damevleugel) stond de zwarte koning nooit écht veilig. Mijn aanval op de koningsvleugel bouwde zich zodoende langzaam op, terwijl het zwarte tegenspel op de damevleugel nooit echt van de grond kwam. Dat wil echter niet zeggen dat ik er makkelijk door heen kon breken; zelfs na het openen van de h-lijn had ik weinig concrete voordelen. Dat veranderde toen ik de kans kreeg een toren voor twee lichte stukken te ruilen. De zwarte toren kwam op h7 praktisch buitenspel te staan en doordat mijn loper op f6 veld d8 aanviel mocht zwart niet lang rokeren. Hierdoor viel ik met praktisch twee stukken extra de in het centrum vastzittende zwarte koning aan. Met een kleine combinatie won ik nog twee pionnen, voordat Ralf in wat wederzijdse tijdnood begon te worden een kwaliteit moest teruggeven. Er bleef nu een eindspel over van een dame en twee lopers tegen een dame en een paard. Gebrek aan tijd maakt iedere partij spannend, maar uiteindelijk lukte het mij een mat-net te vlechten.
Gerard de Hoop - Dirk van Setten 1 – 0
In tegenstelling tot eerdere partijen waar Gerard de Hoop en Dirk van Setten de strijd aangingen met de Marshall variant van het Spaans, had Van Setten dit keer de Cordel variant voorbereid. Zwart speelt in deze variant i.p.v. 3. …, a6 de ontwikkelingszet Lc5. Waarschijnlijk zonder het te weten week wit op zet 5 al af van de theorie; hij speelde h3 om het veld g4 ontoegankelijk te maken voor de vijandige loper. Na een aantal gezonde ontwikkelingszetten ontstond de eerste diagramstelling, waarin zwart 11. …, g5 heeft gedaan. Stockfish slaat gelijk op tilt en springt van 2,9 punten voordeel voor wit naar 5,3 punten! De Hoop schat zijn kansen goed in en doet 12. Pxg5. Er ontstaat een stelling met druk op het gepende paard en initiatief voor wit. Wit verzuimt vervolgens zijn voorsprong uit te breiden tot 6,5 punten; de afruil die hij verkiest verkleint zijn voordeel drastisch, maar waarschijnlijk heeft Van Setten al onbewust zich neergelegd bij een onvermijdelijk verlies. Hij speelt in ieder geval niet meer de beste zetten, die hem volgens de computer zelfs nog aan de rand van de remisehaven zouden hebben gebracht. Op zet 28 (zie diagram) speelt zwart …, Tad8. Het lijkt logisch om de toren in het spel te betrekken, toch is dit in dit geval onjuist; met …, c4 had zwart remise kunnen behalen. Na 29. Td3-d1, d4 rest wit niets anders dan middels Dg4 en Dh4 remise door herhaling van zetten te forceren. Na 28. …, Tad8 speelde wit 29. f4 en ging zwart de mist in na …, Pd4 30. Tg3+, Kh8 en 31. Lf8+.
Het schaakspel bestaat volgens Karel van Delft uit twee keer 17 stukken. Het belangrijkste stuk is volgens hem de speler zelf. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat die gedachte in deze partij zich maar weer eens heeft bewezen!
3e ronde, 3 mei 2022
De partij tussen Bas West en Dirk van Setten werd door omstandigheden uitgesteld naar 24 mei. De overige 2 partijen werden wel gespeeld en waren beide van hoog niveau.
Ralf van den Burg speelde zijn bekende opening. Sape Westra had zich daar op voorbereid en kreeg al vroeg in de partij een licht positioneel voordeel. Door passief spel glipte dit weg en kreeg Van den Burg initiatief. Er ontstond een tweesnijdende stelling waarin Westra op de koningsvleugel aanval probeerde te krijgen en Van den Burg op de damevleugel. Van den Burg had voor zijn zetten veel bedenktijd nodig, waardoor hij in tijdnood kwam. Westra maakte hiervan gebruik door een toren aan te bieden voor een loper. Van den Burg ging hier op in, waarna Westra zijn stelling verbeterde, twee pionnen won en het punt opstreek doordat Van den Burgs bedenktijd op was.
Gerard de Hoop en Onno Wolters speelden een partij waarin beide op hun hoede moesten zijn voor offers. De spelers wisten de plannen van hun tegenstander te blokkeren. Op een gegeven moment had wit twee torens op een open lijn en besloot dames en stukken en een toren af te ruilen. Daardoor ontstond een eindspel met elk één toren en zeven pionnen. Nadat Wolters besloot op de damevleugel zijn pionnen af te ruilen hield wit één vrij pion over. Misschien was dit nog remise maar toen hij ook nog pionnen op de koningsvleugel ging ruilen was promotie van de vrijpion van De Hoop niet meer te voorkomen.
Gerard de Hoop - Onno Wolters 1 – 0
Wit had de meerderheid op de damevleugel en buitte dit goed uit.
Sape Westra - Ralf van den Burg 1 – 0
Natuurlijk werd het weer een spannende en lange partij waarin Sape probeerde aan te tonen dat hij de Pirc van Ralf kon verslaan. Na 9 zetten was al een cruciale stelling ontstaan; wit heeft zijn zinnen gezet op de koningsaanval. Sape had in gedachten om na 9. g4 met 10. h4 te vervolgen, de pionnen voor de zwarte koning te verwijderen, stukken te ontwikkelen, torens op g1 en h1 te plaatsen en het punt te incasseren. Zwart heeft “gewoon” gerokeerd en hoopt het tij te kunnen keren om daarna zelf op de damevleugel actief te kunnen worden. Na lang nadenken heeft Ralf 9. …, h5 gespeeld en daarmee doorkruist hij het witte aanvalsplan. Stockfish geeft wit in deze stelling een voordeel van 2 punten. De juiste voortzetting is 10. gxh5 om daarna Ph3 te spelen, de toren van h1 naar g1 te verplaatsen en gebruik te maken van de halfopen lijn. In de partij deed wit 10. h3 en verspeelde 1 punt van zijn voordeel. H3 is te passief en gaf zwart voldoende kansen op tegenspel. Wit vond het lastig om een goed plan te bedenken en bleef te afwachtend spelen op pionwinst. Zwart ontwikkelde zijn damevleugel en kwam met zijn pionnen en torens vervaarlijk opzetten. Hierdoor leek de partij te kantelen. Het zwarte spel had veel bedenktijd van Ralf gevraagd en met nog een paar minuten resterend bood Sape de kwaliteit aan. In de diagramstelling speelde hij 28. Tg4, om na Lxg4 met de h pion terug te nemen en een paard op f5 te zetten. Ralf had onvoldoende tijd om alles door te rekenen en ruilde zijn loper voor de toren. Beter was geweest om 28. Tfb8 te spelen en door te gaan met zijn aanval. Na het kwaliteitsoffer won wit de pion op a4, kwam een wit paard op f5 en probeerde Sape de stelling ingewikkeld genoeg te houden om Ralf te laten nadenken. Dat lukte en bij het uitvoeren van zet 43 was de bedenktijd van Ralf helemaal op. Stockfish geeft in de slotstelling overigens wit een voordeel van 5,6 punten. Een mooie partij van beide kanten waarin wit het initiatief nam, dit uit handen gaf en met een handigheidje toch het punt binnen wist te slepen.
Gerard de Hoop en Onno Wolters speelden een partij waarin beide spelers op hun hoede moesten zijn voor offers. Ze wisten allebei de plannen van hun tegenstander te blokkeren. Op een gegeven moment had wit twee torens op een open lijn en besloot dames en stukken en één toren af te ruilen. Daarna een eindspel met elk één toren en zeven pionnen. Nadat zwart besloot op de dame vleugel zijn pionnen af te ruilen hield wit één vrij pion over. Misschien was dit nog remise maar toen zwart ook nog pionnen op de koningsvleugel ging ruilen was met de toren schaak en promoveren niet meer te voorkomen.
De partij Dirk van Setten – Bas West is door fileproblemen bij Antwerpen uitgesteld tot 24 mei.
2e ronde, 26 april 2022
In de kampioensgroep werd op het scherpst van der snede gevochten om elk punt. Dirk van Setten en Sape Westra knokten totdat remise werd overeengekomen. Het had heel anders kunnen aflopen; in het vroege middenspel liet Van Setten een verdekte mogelijkheid tot groot voordeel onbenut. Na 15 zetten is onderstaande explosieve stelling ontstaan. Wit probeert initiatief op de koningsvleugel te krijgen, zwart op de damevleugel. Materieel is de stand in evenwicht, Stockfish beoordeelt de stelling echter met +4.8 voordeel voor wit! Dat heeft te maken met het feit dat alle witte stukken volop meedoen, terwijl zwart nog 3 stukken moet ontwikkelen (de nominale waarde van deze stukken is 11, terwijl de reële waarde hoogstens 7 is). Het juiste witte plan begint met 16. Lxg7 en h4. Zwart heeft geen kans zijn initiatief te vergroten en moet machteloos toezien hoe de witte stukken de koning bedreigen, terwijl de h-pion extra druk zet en de toren op h1 direct in het spel betrekt. Wit speelde nu echter 16. c4 omdat hij de opmars van de zwarte c-pion wilde voorkomen. Na het antwoord 16. …, cxd4 staat zwart echter redelijk en kan hij tenminste verder gaan met zijn initiatief. Op de 24ste zet dacht wit met Pxe5 de pion die hij had verspeeld terug te kunnen winnen (zie volgende diagram). Zwart dacht lang na en speelde 24. …,fxe5 in de veronderstelling dat na 25. Txe5 het verrassende Pd4 kon volgen met de dreiging Pe2+ en damewinst. Op tijd zag hij dat wit na 26. Lxa8 gewoon een kwaliteit voor zou staan omdat veld e2 gedekt is door de toren op e5. De partij ging verder met 25. …, Pxe5 26. Dxe5, Df6 27. Dxf6, exf6 28. Lxa8, La6 29. Ld5 en remise. In de tweede diagramstelling had Westra echter wel degelijk de kans om te profiteren van de foutieve afwikkeling door wit. Stockfish meldt dat zwart 4 punten voordeel heeft na 24. …, fxe5 26. Txe5 Tf6!! De stelling was echter zo ingewikkeld dat de scherprechter ook in dit geval niet thuis gaf en beide spelers met een half punt tevreden werden gesteld.
Bas West - Onno Wolters 0 – 1
Bas West en Onno Wolters speelden een lange partij. Wolters speelde met de zwarte stukken en had vorige week goed opgelet hoe West, die toen ook wit had, de Trompowsky-opening gebruikte. Wolters nam zich voor de damevleugel zo veel mogelijk gesloten te houden, zodat de witte aanval veel tijd nodig had om op stoom te komen en zwart daardoor zijn ontwikkelingsachterstand in kon lopen. En zo geschiedde. De witte aanval op de damevleugel liep vast, waarna zwart met ...f5-f4 zijn tegenspel op de koningsvleugel lanceerde. Wit kwam hierdoor onder steeds zwaardere druk te staan. Beide partijen misten kansen om het eerder af te maken dan wel de stelling te redden, maar uiteindelijk kwam wit in zetdwang en moest hij opgeven.
Ralf van den Burg - Gerard de Hoop 1 – 0
De langste partij, geen verrassing, werd geleverd door Ralf van den Burg en Gerard de Hoop. Het werd een klassieke konings-Indische partij, waarin zwart gelijk de vraag stelt aan de witte loper op g5 middels h6. Als de loper naar e3 gaat jaagt het zwarte paard via g4 de loper weer terug naar c1.
Dit moment grijpt zwart aan om zijn aanval te starten middels f5. Gevolgd door 12. exf5 gxf5. Nu heeft zwart de g lijn open waar ook de witte koning staat. Maar omdat het zwarte paard daar nog staat moet deze eerst weg wat wit de mogelijkheid geeft om de aanval iets te vertragen door zelf f4 te spelen. Zwart krijgt een vrijpion op e4, maar daardoor is het centrum wel gesloten. Hierdoor wordt het lastig om extra stukken te laten helpen met de aanval via de g-lijn. Wit kan nu zelf de boel openbreken op de damevleugel. Een zwart paard kan voorkomen dat wit ook kan binnendringen met zijn torens in de zwarte stelling. Zwart besluit nu om met de dame een gevaarlijk uitziende uitval richting de witte koning te doen. Echter dit geeft wit de kans zijn verdediging van de g-lijn te verbeteren. Uiteindelijk moet de dame zonder iets bereikt te hebben weer terugkeren naar de zwarte stelling. Maar nu kan wit het zwarte paard wegjagen met de a pion. De diagramstelling ontstond na 36. …, fxg4. Ook hier een prachtig voorbeeld van het verschil tussen nominale en reële waarde van de stukken. Materieel is de partij, nominaal gezien dus, in evenwicht. Vriend Stockfish zegt echter dat wit hier al bijna 5 punten voordeel heeft op zwart. Het voordeel komt voort uit de stellingskenmerken; wit bezet de open b lijn, de witte koning staat veiliger dan de zwarte koning, Ta8 staat niets te doen, Pd7 kan niet bewegen, wit heeft een gedekte vrijpion. Wit staat nu voor de taak om het goede plan te bedenken en vervolgens de zetten te vinden om dit plan uit te voeren. Niet zo lastig, zou je denken, ware het niet dat er hier al sprake is van opkomende tijdnood. Het witte plan bestaat uit het innemen van de 7de rij met zijn torens en de pion op e4 onschadelijk maken. De meest voor de hand liggende zetten zijn nu Dc2 of Td7. Wit speelt echter 47. Lf2 (wit wil blijkbaar zijn paard naar e3 spelen) en verliest daardoor 2,5 punten van zijn voorsprong. Na flink wat gemanoeuvreer weet wit echter zijn torens te verdubbelen op de 7de rij en de pion op e4 te winnen. Hij speelt het daarna iets te onzorgvuldig waardoor zwart de kans krijgt de stelling weer in evenwicht te trekken. Zwart is nog steeds in de aanvalsmodus maar overziet een witte matdreiging. In de 2de diagramstelling staat wit 1 pion voor, maar heeft hij een reële voorsprong van 11,3 punten! Hij kan de voorsprong uitbreiden tot 11,6 punten door 48. Txd6 te spelen. Extreme tijdsdruk, wit had nog maar een paar seconden de tijd, brengen hem tot 48. Txg8+, waardoor de reële voorsprong slinkt tot 2,8 punten. Gelukkig voor hem komt hij de tijdnoodfase goed door, slaat de pion op d6 en weet af te wikkelen naar een stelling waarin zwart wordt gedwongen de dames te ruilen, waarna zwart opgeeft.
1e ronde, 19 mei 2022
Op de 20ste avond van de interne competitie was het dan zover; de kampioensgroep ging van start. Sape Westra, Onno Wolters, Bas west, Ralf van den Burg, Dirk van Setten en Gerard de Hoop maken onderling uit wie zich na 5 avonden schaken clubkampioen mag gaan noemen.
Westra en De Hoop maakten van hun partij een waar spektakelstuk. Westra kwam goed uit de opening en offerde een pion voor initiatief. De Hoop wist het tij echter te keren en vocht verbeten terug, waardoor Westra al zijn verdedigingskunsten nodig had. Geholpen door een foutief torenoffer hield hij het hoofd ternauwernood boven water. Toen De Hoop door tijdnood in het eindspel een toren cadeau deed was Westra er als de kippen bij de winst te pakken.
Wolters kwam tegen Van Setten goed uit de startblokken, maar in een positionele partij gaven beide spelers geen krimp. Een onbedoeld pionoffer van Wolters werd door Van Setten niet aangenomen, waardoor een pittige stelling ontstond met veel stukken en pionnen op het bord. Toen Van Setten een goede tactische kans op voordeel niet benutte mondde de partij uit in remise.
West speelde een voor hem gebruikelijke opening. Van den Burg reageerde onvoldoende adequaat en gaf te snel het centrum uit handen. Daardoor kreeg West gelegenheid het initiatief naar zich toe te trekken. Hij won een pion en zadelde Van den Burg op met een slechte stelling. Toen West even later nog meer materiaal wist te winnen gaf Van den Burg zich gewonnen.
Onno Wolters - Dirk van Setten ½ - ½
Reti met een Franse invloed. Loopgravenmanoeuvres waarna Onno onbedoeld een pion in de aanbieding gooit. Houdini zegt: "pakken!". In plaats daarvan compliceert zwart. Na een niet optimale ruiltransactie staat zwart iets beter en mist dan een prachtige tactische kans, waarna de partij in remise verzandt.
Bas West - Ralf van den Burg 1 – 0
Na de Trompowski-opening gaf zwart het centrum te snel uit handen. Vervolgens verloor hij een pion en kreeg hij een erg beroerde stelling. Nadat hij nog meet materiaal verloor gaf zwart op.
Sape Westra - Gerard de Hoop 1 – 0
Wit zetten de partij op volgens de zetten van het Londen-systeem. Zwart reageerde met de zetten van de Pirc-opening. Wit kreeg een lichte voorsprong in ontwikkeling en offerde op zet 13 zijn g pion. De toren op g1, de dame en loper hielden samen de zwarte korte rokadestelling onder schot. Zwart verdedigde zich goed en kwam onder de witte druk vandaan. Daarna was het zijn beurt; het witte initiatief bloedde dood en zwart kreeg een geweldige aanval op de lange rokadestelling; torens, dame en loper deden volop mee. In tijdnood wist zwart zich staande te houden, mede dankzij een foutief zwart torenoffer. Wit moest echter materiaal teruggeven en het eindspel dat resteerde (loper, paard, 2 pionnen tegen toren en 5 pionnen) leek gewonnen voor zwart. In wederzijdse tijdnood maakte zwart echter de laatste fout en verspeelde hij zijn toren.